Gerard van Hamel: Unterschied zwischen den Versionen

Aus Krimpedia – das Kriminologie-Wiki
Zur Navigation springen Zur Suche springen
K
K
 
Zeile 16: Zeile 16:
* ''De behandeling van de geestelijk minderwaardigen als vraagstuk van strafrechtshervorming.'' Rossen, Amsterdam 1909.
* ''De behandeling van de geestelijk minderwaardigen als vraagstuk van strafrechtshervorming.'' Rossen, Amsterdam 1909.
* ''Ontwerp van wet regelende het burgerlijk proces in eersten aanleg met memorie van toelichting.'' Belinfante, 's-Gravenhage 1911.
* ''Ontwerp van wet regelende het burgerlijk proces in eersten aanleg met memorie van toelichting.'' Belinfante, 's-Gravenhage 1911.
[[Kategorie:Rechtswissenschaftler (19. Jahrhundert)]]
[[Kategorie:Rechtswissenschaftler (20. Jahrhundert)]]
[[Kategorie:Hochschullehrer (Universität von Amsterdam)]]
[[Kategorie:Niederländer]]
[[Kategorie:Geboren 1842]]
[[Kategorie:Gestorben 1917]]
[[Kategorie:Mann]]
{{DEFAULTSORT:Hamel, Gerard van}}

Aktuelle Version vom 7. Mai 2022, 07:29 Uhr

Der niederländische Strafrechtsprofessor Gerardus Antonius van Hamel (* 17. Januar 1842 in Haarlem; † 1. März 1917 in Amsterdam) war u.a. als stellvertretender Justiz-Offizier (Staatsanwalt) und Rechtsbeistand im Kriegsministerium tätig, Mitbegründer der Zeitschrift „Tijschrift voor Strafrecht“ und Vorstandsmitglied und Vorsitzender der Liberalen Union und Mit. Gemeinsam mit Adolphe Prins und Franz von Liszt begründete er die Internationale Kriminalistische Vereinigung.

Schriften

  • De nietigheid van den verkoop van eens anders goed. S.C. van Doesburgh, Leiden 1865.
  • La nouvelle législation pénale du Japon. C. Muquardt, Bruxelles 1882.
  • und P. J. van Swinderen: Is vereenvoudiging van het strafgeding voor den Kantonrechter wenschelijk? Zoo ja, in welken zin?. Belinfante, ’s-Gravenhage 1884.
  • De grenzen der heerschappij van het strafrecht. Van Kampen, Amsterdam 1880.
  • Moet nevens de tuchthuisstraf (zoo deze behouden wordt) en de gevangenisstraf een andere vrijheidsstraf - custodia honesta - in het strafrecht worden opgenomen? Zoo ja, van welke beginselen moet de wetgever uitgaan bij het vaststellen en bedreigen dezer straf?. Belinfante, ’s-Gravenhage 1880.
  • Nederlandsch en Indisch Strafrecht. De Bussy, Amsterdam 1882.
  • Liberale Unie. Inleiding tot de behandeling van eenige vraagstukken van sociale wetgeving. Liberale Unie, [S.l.] 1886.
  • De tegenwoordige beweging op het gebied van het strafrecht., Amsterdam 1891.
  • In hoever is het, met inachtneming van de voorschriften der bestaande Grondwet, wenschelijk en mogelijk, om te komen tot eenvoudiger en sneller berechting van kleine strafzaken, vooral van die welke tot de bevoegdheid behooren van den kantonrechter?. Belinfante, ’s-Gravenhage 1896.
  • Het vraagstuk van de doodstraf., Amsterdam 1897.
  • L'anthropologie criminelle et les dogmes du droit pénal., Milano etc. 1906.
  • Inleiding tot de studie van het nederlandsche strafrecht. 2. Auflage, Haarlem, ’s-Gravenhage 1907.
  • De behandeling van de geestelijk minderwaardigen als vraagstuk van strafrechtshervorming. Rossen, Amsterdam 1909.
  • Ontwerp van wet regelende het burgerlijk proces in eersten aanleg met memorie van toelichting. Belinfante, 's-Gravenhage 1911.